Rode mul behoort tot de baarsachtigen en wordt ook wel koning van de poon genoemd, ondanks dat ze geen familie van elkaar zijn. De Mullus surmuletus leeft in het oosten van de Atlantische oceaan, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. De mul komt voor op zeebodems die minder dan 100 meter onder het wateroppervlak liggen, zowel op stenige bodem als zand en modder, meestal tussen de 5 en 60 meter diep.
De mul is een vis van gemiddeld 25 centimeter, maar kan een lengte van meer dan 40 centimeter en een gewicht van maximaal 1 kilo bereiken (Nederlands hengelrecord 43,2 centimeter). De vis is roze rood op de kop en het lijf. De ogen staan opvallend hoog in de kop, het voorhoofd loopt steil af. Er zijn twee baarddraden. De vis heeft twee rugvinnen met 7-8 stekels op de eerste rugvin en 1 stekel en 7-8 vinstralen in de tweede rugvin, de aarsvin heeft 2 stekels en 6-7 vinstralen. Kenmerkend is een bruinrode lengtestreep die loopt van het oog naar staart en da ronder drie gele lengtestrepen.
Mul heeft een delicate smaak. Met name de lever smaakt erg lekker. Deze laat men dan ook vaak zitten om de smaak te verhogen. Mul wordt soms in filet verkocht, al kun je deze vis ook vrij eenvoudig zelf schoonmaken voor bereiding. Eenmaal gefileerd kun je de mul op de velkant bakken en afmaken met wat oregano, peper en zout. Doordat het visvlees stevig is en matig vet is het ook een uitstekende vis voor op de grill.